De ACO SlimLine goot met zijn elegante zilverkleurige aluminium rooster combineert minimalistische schoonheid met zichtbare aantrekkingskracht. Deze goot heeft een slanke breedte van slechts 6 centimeter en is voorzien van een strak aluminium rooster. Zowel de goot als het rooster kunnen moeiteloos worden ingekort met een standaard ijzerzaag. U heeft de keuze uit 3 kleuren: zwart, zilver, roestvrij staal en het trendy corten. Naast zijn esthetische waarde is de installatie ervan snel en gemakkelijk. Bovendien is het mogelijk om deze goot aan te sluiten op infiltratievoorzieningen of op het rioleringssysteem.

De slanke designafwatering van ACO Slimline biedt de ideale oplossing voor wie op zoek is naar een elegante en discrete afwateringsoplossing, zonder afstand te doen van de toegankelijkheid van een roostergoot. Het verwijderbare rooster maakt onderhoud een fluitje van een cent. Bovendien zorgen de kleine openingen in het rooster ervoor dat vuil zo min mogelijk in de goot terechtkomt.

ACO SlimLine Plug & Play

Het installeren van ACO Slimline is eenvoudig dankzij de lichte kunststof kanalen en het plug & play-systeem. Afhankelijk van uw specifieke behoeften voor de afwatering van uw terras kunt u de benodigde onderdelen selecteren.

1. ACO SlimLine Gootelement met rooster 
2. SlimLine Hoekstuk (optioneel ivoor het creëren van een hoek)
3. SlimLine Koppelstuk (bestel altijd één minder dan het aantal goten)
4. SlimLine Eindplaat (bij een onderuitloop zijn 2 eindplaten nodig, bij een zijuitloop heeft u 1 eindplaat nodig)
5. SlimLine Eindplaat met zijuitloop Ø 50 mm 
6. SlimLine Excentrische onderuitloop Ø 80 mm 

Dankzij de klik- en lijmverbindingen kunnen ACO SlimLine lijngoten snel worden geplaatst. De voetjes aan de koppelstukken zorgen voor stabiliteit tussen de tegels. Het aluminium rooster kan eenvoudig worden verwijderd voor het reinigen van de goot.

Verwerkingadvies

1. De ACO Slimline biedt zowel de optie voor een zijuitloop als een onderuitloop. De zijuitloop kan ofwel geïntegreerd zijn in de eindplaat of als een afzonderlijk onderdeel worden verkregen voor een aansluiting aan de lange zijde van het gootelement. De onderuitloop is geïntegreerd in een aansluitkoppelstuk. Om een uitlaat aan te sluiten, dient u een gat met een diameter van Ø45 mm in de goot te boren, bij voorkeur met behulp van de ACO gatenzaag, op de gewenste locatie voor de zij- of onderuitlaat.

Let op! Verbind ACO Slimline maximaal met een lengte van 6 meter aan één onderuitloop en maximaal 5 meter aan een zijuitloop. Dit systeem is niet voorzien van een stankslot. Zorg voor een sifon bij het aansluiten ervan.

2. Voor de fundering dient u een sleuf te graven met een diepte van ongeveer 15 cm en een breedte van 16 cm. Zorg ervoor dat de fundering minimaal 5 cm hoog is.

3. Als funderingsmateriaal is het essentieel om minimaal gestabiliseerd zand (in een verhouding van 1 deel cement tot 3 delen zand) te gebruiken. Breng een laag gestabiliseerd zand aan in de sleuf, met een minimale dikte van 5 cm, en zorg ervoor dat het goed wordt samengedrukt. Bevestig de koppelstukken aan de gootelementen, bevestig de eindplaten en stel het geheel op de juiste hoogte in. Vul de sleuf aan met gestabiliseerd zand tot bijvoorbeeld de onderkant van de bestrating en verdicht deze grondig. Het is belangrijk om het rooster altijd in het gootelement te laten zitten gedurende dit proces.

4. De grond rondom de goot moet zorgvuldig worden samengeperst, waarbij de goot in zijn oorspronkelijke vorm moet blijven. Als u nieuwe bestrating aanlegt, is het raadzaam om een draad te spannen om het gewenste hoogteniveau te bepalen. Zorg ervoor dat het rooster altijd 3 mm onder de draad wordt ingesteld. Als u het gootsysteem in een bestaande bestrating plaatst, is het aan te bevelen om een sjabloon uit hout te maken om de gewenste hoogte te kunnen afreien. Als u de goot langs een opstaande wand legt, moet de vleugel van het koppelstuk aan die zijde worden verwijderd.

5. U heeft de flexibiliteit om de goot met het rooster op de door u gewenste lengte in te korten door middel van zagen.

6. De eindplaten worden aan de uiteinden van de gootstreng bevestigd. Door het verschil in uitzettingscoëfficiënt tussen kunststof (goot) en aluminium (rooster) kan het gebeuren dat de lengte van de goot enigszins afwijkt ten opzichte van het rooster.

7. Het is mogelijk om alle kunststof onderdelen waterdicht aan elkaar te bevestigen met behulp van PVC-lijm.

8. Afhankelijk van de gekozen bestrating, kan het nodig zijn om de zijkanten van de goot aan te vullen met straatzand of gestabiliseerd zand.

Tips! Bij het aanleggen van nieuwe bestrating raden we aan om een referentiedraad te spannen om het gewenste hoogteniveau te bepalen. Zorg ervoor dat het rooster altijd 3 mm onder deze draad wordt geplaatst. Als u de goot in een bestaande bestrating plaatst, is het aan te bevelen om een sjabloon van hout te maken met de gewenste hoogte om te kunnen egaliseren. Als de goot langs een opstaande wand wordt geplaatst, is het noodzakelijk om een excentrische vloerflens te gebruiken.